In het rijtje ‘wereldberoemde wijndruifrassen’ staat merlot zeker in de top 5. Deze blauwe druif, die overigens ook prima uit het vuistje gegeten kan worden, is een van de soorten die groot zijn geworden in de Bordeaux.
Merlot houdt eigenlijk van een koel klimaat en van een standplaats in lichte grond. Ze heeft een vrij hoog suikergehalte en een dunnere schil, wat meteen verklaart waarom ze het goed doet als tafeldruif. Vanuit Zuidwest-Frankrijk heeft ze eerst Europa en daarna de wereld veroverd. We vinden merlot In Chili, Argentinië, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en Californië. En daar, zelfs als het er een stuk warmer is, doet ze het ook uitstekend.
De druiven van het merlot-ras zijn behoorlijk groot. Dat levert, ook dankzij het dunne schilletje, sappige wijnen op met relatief lage tannines, die al jong gedronken kunnen worden. Soepel, maar wel met een eigenzinnig karakter: fruitigheid van kersen, bramen en vijgen, kruidigheid van drop en laurier en soms zelfs een vleugje cacao.
Merlot heeft een prima relatie met cabernet sauvignon, die andere superdruif uit de regio Bordeaux. In het verleden werd merlot vooral gebruikt om de harde kantjes van de robuuste cabernet sauvignon wat te verzachten. Dat blenden gebeurt nog steeds, en terecht, want het levert onder andere grote Bordeauxwijnen op, maar inmiddels heeft merlot wereldwijd ook veel fans die haar graag puur drinken. En die hebben net zo goed gelijk.
Merlot houdt van lekker eten, waarbij het wel uitmaakt uit welke windstreek ze afkomstig is. Grof gezegd past een Europese merlot prima bij bijvoorbeeld lamsvlees, pasta, gebakken biefstuk en zelfs kip. Wie wijn zoekt voor een zomerse barbecue, met kruidige hamburgers of een stevige entrecote, doet een uitstekende keuze met een merlot uit de nieuwe wereld. Maar wij van BeauVin vertellen u daar graag meer over.
Smeuïge, fruitintense rode wijn met een open geur van pruim, zwarte bes en lichte toast. Heerlijk zwoel en vol van smaak met rijp fruit, soepele tannine en een mooie fraîcheur.